Over Escher

Van optische illusies en onmogelijke architectuur tot natuurgetrouwe landschappen: het werk van Maurits Cornelis Escher (1898-1972) bevat het allemaal. In 2023 is het 125 jaar geleden dat de kunstenaar werd geboren. Met de grootste museale Eschercollectie ter wereld vormen Kunstmuseum Den Haag en Escher in Het Paleis het centrum van dit bijzondere jubileumjaar.

Maurits Cornelis Escher wordt op 17 juni 1898 geboren in Leeuwarden en groeit grotendeels op in Arnhem. Ondanks dat hij zijn eindexamen niet haalt, begint hij in 1918 aan de studie bouwkunde aan de Technische Hogeschool in Delft. Al snel breekt hij zijn studie af om deze voort te zetten aan de School voor Bouwkunde en Sierende Kunsten in Haarlem. Daar stapt hij in 1919 over van bouwkunde naar grafiek, gestimuleerd door zijn leraar grafische technieken Samuel Jessurun de Mesquita.

In zijn vroege werk kiest hij voor een breed scala aan traditionele onderwerpen. Zo verkent hij zijn talent in houtsneden van onder meer personen, landschappen, stadsgezichten en Bijbelscènes. Na het afronden van zijn opleiding reist hij door Zuid-Europa. Hij wordt verliefd op Italië en het landschap, maar ook op de Zwitsers-Russische Jetta Umiker. Na hun huwelijk in 1924 vestigt het kersverse stel zich in Rome, van waaruit Escher vele reizen door het land maakt. Daar focust hij zich op de natuur, landschappen, maar ook de boogconstructies en zuilen in kerken en steegjes en trappen in oude stadjes. Ook reizen naar Spanje hebben invloed op Eschers artistieke ontwikkeling, waaronder bezoeken aan het Alhambra in Granada en de Mezquita in Córdoba. Steeds meer gaat Escher het experiment met de architectuur aan. In zijn prenten kiest hij voor een extreem perspectief op bouwwerken en regelmatig verkent hij de grenzen van de werkelijkheid. Vanaf 1926 exposeert hij met enige regelmaat in Italië en Nederland, o.a. bij de Haagse Pulchri Studio, maar ook in Warschau, Praag en Madrid. Vanaf 1929 maakt Escher ook steeds vaker litho’s. Zijn reizen door Italië, Spanje en Corsica blijven hem inspiratie bieden voor zijn kunst. In 1935 vertrekt hij uit Italië, maar het landschap van Zwitserland en – na nog een verhuizing - België inspireert hem nauwelijks en Escher wendt zich steeds meer tot zijn fantasie. Zijn eerdere fascinatie voor landscapes verandert in die voor mindscapes: fantasievolle ‘landschappen’, gemaakt in Eschers eigen hoofd. Urenlang kan hij nadenken over nieuw te scheppen werelden vol onmogelijkheden, maar met Italië altijd in zijn achterhoofd. Na een lange zeereis naar Spanje in 1936 stort hij zich weer op het maken van vlakvullingen. Deze aaneensluitende patronen vormen vanaf dat moment steeds vaker de basis voor zijn prenten.

M.C. Escher, Lucht en water I, 1938, houtsnede. Collectie Kunstmuseum Den Haag. © The M.C. Escher Company – Baarn – Holland. All rights reserved. www.mcescher.com

Vanaf 1941 vestigt hij zich in het Nederlandse Baarn, waar hij het grootste deel van zijn leven zal blijven wonen en veel van zijn bekendste prenten zal maken, zoals Waterval, Belvédère en Relativiteit. Met zijn optische illusies vol onmogelijkheden wordt Escher wereldberoemd. Zijn carrière neemt een vlucht na twee artikelen in de Amerikaanse tijdschriften Time en Life in de jaren 50. Ook zijn succesvolle tentoonstelling in het Stedelijk Museum Amsterdam in 1954 ten tijde van het Internationaal Mathematisch Congres zorgt voor een stroom aan nieuwe liefhebbers. Wiskundigen en andere wetenschappers bewonderen zijn werk en geven hem op hun beurt weer artistieke inspiratie. Door zijn populariteit en ook zijn achteruitgaande gezondheid maakt Escher steeds minder nieuw werk, maar drukt hij wel prenten bij op verzoek van klanten. Hoewel het zijn tijd opslokt, ziet hij het als de roeping van de graficus: zo veel mogelijk mensen blij kunnen maken met zijn werk.

In 1968 wordt in het Haags Gemeentemuseum (nu Kunstmuseum Den Haag) Eschers eerste grote overzichtstentoonstelling gehouden, ter ere van zijn 70ste verjaardag. In 1969 ontwerpt Escher zijn laatste houtsnede: Ringslangen. Daarna drukt hij nog wel eens ouder werk af, maar hij maakt geen nieuwe prenten meer. Omdat Eschers gezondheid achteruitgaat, woont hij vanaf 1970 in het Rosa Spier Huis te Laren. In deze woon- en werkgemeenschap van kunstenaars en wetenschappers omringt hij zich met gelijkgestemden. M.C. Escher overlijdt uiteindelijk op 27 maart 1972 in het Diakonessehuis te Hilversum.